Daglicht invloed

Daglicht invloed, wat bedoelen we daarmee? Natuurlijk daglicht heeft veel invloed op de mens. Zo worden we blij van zonlicht, voorjaar en zomer en sommige mensen kunnen veel last hebben van donkere dagen. Zonder op de vele medische termen in te gaan, kunnen we stellen dat ieder mens weet dat natuurlijk daglicht veel invloed heeft op hoe we ons voelen en hoe we presteren. Natuurlijk daglicht hebben we buiten en kunnen we ook naar binnen halen, toelaten, het liefst goed doseren in ons huis of op onze werkplek. Met binnen en buitenzonwering kunnen we natuurlijk daglicht uitstekend beïnvloeden.

The art of Filtered DayLight

MTV Amsterdam lichtstraten met Verosol

In ons boek “the art of natural light” laten we zien hoe daglicht invloed heeft op het werkzame leven van mensen. Uitleg over hoe daglicht invloed heeft en hoe we daar op een goede manier invloed op uit kunnen oefenen met binnenzonwering, raamdecoratie en buitenzonwering. Het beïnvloeden van daglicht ofwel zonlicht is zonlichtmanagement.

Wat doet natuurlijk daglicht met een mens eigenlijk? Op kennisdomein.nl vind je veel informatie over daglicht invloed op mensen, met een beschrijving van daglicht en natuurlijk daglicht. Onze biologische klok wordt sterk beïnvloed door natuurlijk daglicht, zonlicht. Onze stemming wordt beïnvloed door daglicht evenals onze gezondheid. Zodra de blaadjes gaan vallen en de dagen worden korter treed er bij mensen een winterdip op. Bij de een van meer dan bij een ander De blaadjes vallen weer van de bomen en het is eerder donker. Kortom, het wordt winter. Veel mensen voelen zich in deze tijd vaak somberder. Ze ervaren een winterdip en soms zelfs een winterdepressie. De grootste oorzaak hiervan is het daglicht.

Om de invloed van licht op de mens te begrijpen, moeten we terug naar de kern. Terug naar duizenden jaren geleden. Toen was onze enige lichtbron de zon. Die stuurde ons dagritme aan: we waren actief in het licht en rustten wanneer het donker was. Daarnaast wordt ons ritme gestimuleerd door onze biologische klok. Anders dan men vaak aanneemt, heeft onze biologische klok een lengte van 24,2 uur. Dat betekent dat, wanneer we enkel naar onze biologische klok zouden luisteren, ons ritme steeds een kwartier tot half uur zou verspringen. Je slaapwaakritme zou hierdoor op den duur helemaal omdraaien. Daglicht zorgt ervoor dat je dagritme in balans blijft en je een 24-uursritme behoudt. Licht beïnvloedt namelijk de aanmaak van het stresshormoon cortisol en het slaaphormoon melatonine. We nemen licht waar met onze ogen. Die verzamelen het en geven het door aan onze hersenen. In het netvlies in onze ogen zitten drie receptoren, waar kegels en staafjes de bekendste van zijn. De derde receptor is pas in 2002 ontdekt. Deze staat in verbinding met het gedeelte van onze hersenen die het dagritme en de biologische klok aanstuurt. Deze beïnvloedt die aanmaak van cortisol en melatonine.

Het lichtspectrum

Wanneer er cortisol of melatonine wordt aangemaakt, hangt af van het lichtspectrum. Licht heeft namelijk een spectrale samenstelling. Dat wil zeggen dat het overdag voornamelijk bestaat uit kleuren in het blauwe spectrum en ’s avonds uit kleuren in het rode spectrum. Blauw licht zorgt ervoor dat ons lichaam cortisol aanmaakt. Daardoor kunnen we ons beter concentreren, zijn we alert en compenseren we stress weer naar een normaal niveau. Het rode licht van de avond en nacht stimuleert de aanmaak van melatonine. Dat slaaphormoon maakt ons lichaam rustiger. We voelen ons hier prettiger en kalm door. 

Overdag maakt ons lichaam dus veel cortisol aan, doordat het licht dan fel en blauw is. In de wintermaanden is het vaker en langer donker. De zon gaat ’s avonds namelijk eerder onder en komt ’s ochtends later pas op en het is overdag vaker bewolkt. Hierdoor worden we te weinig blootgesteld aan fel, blauw licht. Dat kan je humeurig maken en zorgen voor (lichte) depressieve klachten. 

Kunstlicht en natuurlijk licht

Natuurlijk licht is het licht dat we buiten waarnemen. Het zonlicht. Kunstlicht is het licht van lampen en beeldschermen. Zowel kunstlicht als natuurlijk licht kan blauw of rood zijn. Hoewel de lichtbronnen van elkaar verschillen, maken onze hersenen geen onderscheid tussen blauw licht van een lamp of natuurlijk blauw licht. Beide bronnen stimuleren dus de aanmaak van het hormoon cortisol. 

De effecten van licht

De effecten van blauw en rood licht gaan verder dan enkel de aanmaak van cortisol en melatonine. Deze hormonen hebben namelijk weer hun eigen werking. Zo zorgt cortisol, en indirect het felle, blauwe licht, ervoor dat we actief zijn. Op kantoren wordt daar veel gebruik van gemaakt, zodat werknemers er geconcentreerd kunnen blijven en goed kunnen presteren. Ook zorgt blauw licht ervoor dat we gezondere keuzes maken met betrekking tot eten. Supermarkten die gezonde keuzes willen stimuleren, kunnen daarom het beste gebruikmaken van fel, blauw licht. 

Van veel zonlicht voelen we ons bovendien ook beter. We fleuren op. Donker, rood, schemerlicht zorgt ervoor dat we ons rustig en kalm voelen. We gaan uit de actiemodus en worden langzaamaan slaperig. Daarnaast zorgt rood licht ervoor dat we meer ongezonde eetkeuzes maken. Winkels maken gebruik van deze wetenschap. 

Hoewel het goed en gezond is om door het schemerlicht rustig te worden, is te veel donkere dagen niet goed voor ons. We hebben het felle, blauwe licht nodig om ons goed te voelen en actief te worden. 

Een verstoord dagritme

Dankzij, maar ook ondanks licht kan ons dagritme flink verstoord raken, bijvoorbeeld door een nachtdienst. Je moet ’s nachts wakker en alert blijven en kan overdag pas slapen. Hoewel kunstlicht ervoor kan zorgen dat je ’s nachts wakker kan blijven en je in een donkere kamer overdag wel in slaap kan vallen, raakt je lichaam ervan van slag. Je ingebouwde dagritme past zich namelijk niet direct aan. Uiteindelijk kan dat stress en slaapproblemen veroorzaken. Het maakt je hongerig, waardoor je meer gaat eten. Op den duur kan dat ervoor zorgen dat je aankomt.

Ook een jetlag verstoort je dagritme. Je moet wakker blijven op het moment dat het voor je biologische klok bedtijd is. Het daglicht zal je hierbij helpen, maar je voelt je waarschijnlijk wel erg moe. Ook is de kans groot dat je ’s nachts wakker ligt of al vroeg in de ochtend wakker wordt. Op den duur zal je lichaam er wel aan wennen, maar dat heeft tijd nodig.

Het belang van aanpassing van het licht

Je weet nu wat het effect van licht is op ons lichaam. Bepaald licht zorgt voor een bepaald effect. Kunstlicht kun je aanpassen en is daarom goed in te zetten om een bepaald doel te bereiken. We brengen tegenwoordig veel tijd binnen, in dat kunstlicht, door. We zitten op kantoor, werken thuis, zitten op school en lunchen in een restaurant. Al die ruimtes hebben een eigen doel. Werknemers op kantoor en leerlingen in een klaslokaal moeten gefocust zijn. Blauw licht zorgt daarvoor. Een restauranteigenaar wil een fijne sfeer in zijn restaurant, maar wil natuurlijk ook verdienen. Donker kaarslicht geeft dat effect, want daardoor maken we ongezondere keuzes. We kiezen bijvoorbeeld toch wel voor het dessert, terwijl we eigenlijk al vol zitten. Tot slot ligt een patiënt in het ziekenhuis ook continu binnen. Voor hem of haar is het goed om niet steeds in een fel licht te liggen, maar mee te gaan in het daglicht en de biologische klok: ’s ochtends en ’s avonds schemerig en overdag feller daglicht. 

Kortom, het is voor elke ruimte belangrijk om te bedenken wat het doel is. Wat komen mensen er doen en hoe moeten ze zich voelen? Pas de belichting hierop aan.

Hoe zet je licht bewust in? 

Je weet nu dat je licht bewust in kunt zetten om een bepaald doel te bereiken. Maar hoe doe je dat?

Een lichtplan maken

Om ervoor te zorgen dat het licht in een ruimte past bij het doel ervan, kan je een lichtplan maken. Vooral in kantoren en winkels wordt hier gebruik van gemaakt, maar ook steeds vaker in huizen. Per ruimte ga je na hoeveel daglicht er gedurende de dag naar binnen schijnt en hoe je dat wil hebben. Met verschillende lampen, kleuren licht en dimbare lampen kan je het gewenste effect nabootsen. Er zijn veel bedrijven die je bij het maken zo’n lichtplan kunnen helpen.

Wakker worden met zonsopkomst

Sta je pas rond het middaguur op, dan is het allang licht. Daardoor krijg je gedurende de dag te weinig licht. Het is voor het lichaam dan moeilijk om een goed dagritme te handhaven. Dat kan er onder andere voor zorgen dat je humeurig en hongerig wordt. Sta je vlak voor zonsopkomst op, dan zorgt de opkomende zon ervoor dat je lichaam minder melatonine aanmaakt en de cortisolproductie wordt gestimuleerd. Het lichaam wordt op een natuurlijke manier wakker. In de zomer is dit al rond 5 uur en in de winter is dat op z’n laatst om 8:48. 

Telefoongebruik aanpassen

Je telefoon, laptop, tablet en televisie geven veel blauw licht af. Kijk je voor het slapengaan naar zo’n scherm, dan wordt de aanmaak van melatonine geremd. Op het moment dat je wil gaan slapen, is er nog onvoldoende melatonine aangemaakt om rustig in slaap te vallen. Het is daarom verstandig om minimaal twee uur van tevoren niet meer naar een scherm kijken. Wil je dat toch wel graag, draag dan een bril met glazen die het blauwe licht filteren. 

Mensgeoriënteerde verlichting

Mensgeoriënteerde verlichting staat voor Human Centric Lighting genoemd en is een holistische kijk op de invloed van licht op de mens. Met mensgeoriënteerde verlichting wordt met het kunstmatige licht binnen, het natuurlijke ritme van het daglicht buiten nagebootst. De verlichting wordt gedurende de dag aangepast aan de hand van de loop van de zon, de intensiteit van het licht en de kleur van zonlicht. Hierdoor verloopt de aanmaak van cortisol en melatonine volgens de biologische klok.

Een voorbeeld hiervan is de verlichting in een vliegtuig. Vlieg je naar een land waar het nacht is op het moment dat je daar aankomt, dan wordt het licht in het vliegtuig gedimd. Dat zorgt ervoor dat je lichaam begint te wennen aan de plaatselijke tijd van je bestemming.

Lichttherapie

Bij een winterdip, -depressie of jetlag is lichttherapie een goede behandeling. Hierbij word je blootgesteld aan een fel licht. Dat is feller dan normaal kunstlicht, maar minder fel dan natuurlijk licht op een zomerse dag. De hersenen worden hierdoor gestimuleerd om het normale dag- en nachtritme aan te houden. In de zomer heeft het natuurlijke daglicht dat effect, maar in de winter is dit onvoldoende, door het gebrek aan daglicht.